Steeds meer ondernemers maken de overstap naar groene zakelijke energie. Deze duurzame vorm van energie wordt meestal opgewekt met behulp van de zon of de wind; twee mooie vormen van fossielvrije energie waar steeds meer vraag naar is. Maar wat is beter: windmolens of zonnepanelen? De basis van zonne- en windenergie zijn hetzelfde, maar er zijn ook enkele verschillen te ontdekken. In dit artikel lees je meer over de verschillen en overeenkomsten tussen beide soorten duurzame energie. Op die manier weet je precies waar je stroom vandaan komt en of er beter zonnepanelen of windmolens geplaatst kunnen worden.
Duurzame energiebronnen voor een beter milieu
Het is natuurlijk meteen al duidelijk wat het grootste verschil is tussen zonne-energie en windenergie: de bron. Zonne-energie wordt uit de kracht van zonnestralen gehaald en omgevormd met behulp van zonnepanelen. Windenergie wekken we op uit de kracht van de wind. Het zijn beiden vormen van duurzame energiebronnen die ingezet worden voor een beter milieu. Wat er precies zo groen is aan zonne-energie en windenergie is het feit dat het energiebronnen zijn die nooit op zullen gaan. Deze natuurlijke bronnen zijn onuitputtelijk waar we dus altijd gebruik van kunnen maken. Dit in tegenstelling tot de fossiele bronnen van grijze stroom, waarbij we putten uit brandstoffen als steenkool en aardolie. Dergelijke bronnen gaan op een dag op. Een ander verschil met grijze stroom is de mate waarin CO2 vrijkomt bij de productie van energie. Bij de productie van groene energie komt dit broeikasgas amper vrij – bij grijze stroom komt er veel CO2 vrij en dat is schadelijk voor het milieu en uiteindelijk voor de aarde.
Kiezen we voor windmolens of zonnepanelen?
Wanneer je als ondernemer kiest voor het zelf opwekken van groene energie kies je meestal voor zonnepanelen op het dak van je kantoor of bedrijfspand. Met deze panelen wek je je eigen verantwoorde stroom op en bespaar je uiteindelijk flink wat geld. We kunnen dus wel zeggen dat groene energie niet alleen goed is voor het milieu maar ook heel aantrekkelijk is voor je portemonnee. Omdat steeds meer Nederlanders overstappen op groen en duurzaam, zowel in werken als wonen, moeten er meer windmolens en zonnepanelen komen. De vraag is: kan er beter geïnvesteerd worden in de molens of juist in zonnepanelen? Het antwoord is simpel: allebei. Alleen op die manier kunnen we ervoor zorgen dat in 2030 ten minste 27% van alle energie uit duurzame bronnen komt; het streven van de Nederlandse overheid. 2030 is sneller hier dan je misschien denkt, dus dit lijkt een ambitieus doel. Toch gaat het de goede kant op met het aantal duurzame energieparken in Nederland. Door een groeiend aanbod van slimme combinaties (windmolens én zonnepanelen) is er alsmaar meer aanbod voor groene energie.
De locatie van zonnepanelen en windmolens
Om zoveel mogelijk te kunnen halen uit windmolens en zonnepanelen is de locatie ervan ontzettend belangrijk. Kijken we bijvoorbeeld naar de locatie van windmolens dan is het wel duidelijk dat deze enorme apparaten niet zomaar overal kunnen worden geplaatst. Ze moeten bijvoorbeeld op een gepaste afstand van woonwijken staan en ze hebben ruimte nodig. Wat we steeds meer zien, is dat er nieuwe windmolenparken op de Noordzee komen. Hoewel deze plaatsing iets duurder en lastiger is dan plaatsing op het land leveren deze molens wel veel meer energie op. Zonnepanelen moeten op een andere locatie worden geplaatst dan windmolens; waar windmolens juist in de hoogte gaan, hebben zonnepanelen juist meer breed oppervlak nodig. Je kunt ze als ondernemer bijvoorbeeld gemakkelijk op het dak van je kantoor laten plaatsen, waardoor er geen extra grond nodig is voor dergelijke panelen. Uiteraard bestaan er ook grote zonneparken waar groene energie wordt opgewekt voor de energiebedrijven. Daar is veel grond voor nodig; de meeste zonneparken beschikken over duizenden zonnepanelen voor optimale opbrengst.
Verschil tussen opbrengst zonnepanelen en windmolen
Wat opvallend is, is dat zowel zonnepanelen als windmolens beiden een periode hebben waarin ze kunnen pieken. Zonnepanelen leveren bijvoorbeeld de meeste energie wanneer de zon het meest schijnt, dus in de zomerse maanden. Windmolens brengen juist de meeste energie in het najaar; in de herfst en de winter waait het vaak veel harder dan in de zomer. Daarom hoeven windmolens en zonnepanelen elkaar niet uit te sluiten, maar zijn ze juist een goede aanvulling op elkaar. Maar hoe zit het met de opbrengst tussen beide duurzame toepassingen? Een voorbeeld:
Wanneer je een windmolen hebt met een vermogen van 3MW heb je jaarlijks 7 miljoen kWh aan groene stroom. Een zonnepaneel van 250 W levert ieder jaar 250 kWh energie. Dat betekent dat wanneer je met een zonnepaneel dezelfde hoeveelheid stroom wilt produceren als een windmolen je ongeveer 28.000 zonnepanelen nodig hebt. Dat is een groot verschil, maar: dit betekent niet dat zonnepanelen minder handig zijn. Juist door het verschil in piekmomenten vullen deze duurzame toepassingen elkaar heel goed aan en zijn ze onmisbaar in de huidige duurzame samenleving.
